Gele van Bourgondië


Gele van BourgondiëDe Gele van Bourgondië is een konijnenras dat erkend is in de Nederlandse standaard. Het is een vleeskonijn dat snel groeit en geblokt is. De gele van Bourgondië vererft in tegenstelling tot de Belgische Vale van Bourgondië de wildfactor; dit uit zich in zijn witte buik en het wit rondom de ogen.
Een voedster hoort geen wam te hebben, dit is een plooi onder de kin, maar omdat dit dier vrij zeldzaam is, wordt dit zolang het niet te ernstig is door de vingers gezien.

Korte geschiedenis van de Gele van Bourgondië
Dit ras vindt zijn oorsprong in het zuidoostelijke deel van Frankrijk. Het ras wordt daar al honderden jaren raszuiver gefokt. Destijds werd dit ras gefokt voor het vlees, later is men voor de bontindustrie ook op de kwaliteit van de vacht gaan selecteren. Vanaf het begin van de 20e eeuw kregen ook fokkers uit andere landen interesse in dit ras. Het ras is tot dusver nog niet in alle landen erkend. We zien in diverse landen afwijkende rasstandaards die vooral verschillen laten zien met betrekking tot de vachtkleur.

in Nederland erkend in 1933.

Rasbeschrijving Gele van Bourgondië

Gele van BourgondiëKop: flinke kop, breed tussen de ogen, krachtig ontwikkelde wangen

Oren: gemiddelde lengte van 14 cm

Lichaam: fors gebouw, brede en volle achterhand, poten zijn kort, recht en gespierd.

Vacht: de vacht is langer dan normaal, zacht, veel onderwol

Kleur: de vachtkleur is geel en rood, zo egaal mogelijk, witte kringen rond de ogen en witte lijn langs de staart, de onderkant van de staart, binnenzijde van de poten en gehele buik zijn wit

Gewicht: tussen 3,5 en 5 kilo

1.Gewicht
Het gewicht is 4,00 tot 5,00 kg.
Puntenschaal voor het gewicht
Gew.(kg)4,00-4,20 4,30-4,40 4,50-4,90 5,00
Punten 8 9 10 9

Gele van Bourgondië2. Type, bouw en stelling
Het type is matig gestrekt(typegroep B). De voorhand is breed en deachterhand is sterk ontwikkeld, als waarborg voor een goede vleesaanzet. De benen zijn kort en krachtig. De staart is flink ontwikkeld en wordt strak en recht tegen de achterhand gedragen . Het ras is middelhoog gesteld. Een juiste stelling toont de aanwezige rasadel.
Bij overjarige vrouwelijke dieren is een geringe wamaanzet of halskraagje toegestaan.

3.Pels en pelsconditie
De pels is iets langer dan normaal en heeft een lengte van ongeveer 3,5 cm. De pels is zeer dicht ingeplant en slaat bij terugstrijken niet direct terug, maar neemt dankzij het rijke onderhaar langzaam de natuurlijke ligging weer in. Ideaal is een geheel doorgehaarde pels zonder dun behaard of kaal plekje. De pels moet glanzend en aanliggend zijn.