Duitse Hangoor


Duitse HangoorHet lichaam van de Duitse Hangoor moet stevig gedrongen en massief zijn. De kop moet groot en rond zijn, breed tussen de ogen. Het gewicht bedraagt 2,5 tot 3,5 Kg.
Voor een volwassen hangoor is het gewicht tussen 3 – 3,4 Kg ideaal. De erkende kleuren zijn konijngrijs, ijzergrauw, blauwgrijs, blauwgrauw, zwart, blauw, madagascar, sallander, isabella, wit met rode en blauwe ogen en chinchilla. Eveneens is de bonte Duitse Hangoor erkend in bovengenoemde kleuren. De Duitse Hangoor is een heel rustig en lief konijnenras.

Op de volgende punten wordt de D.H. gekeurd ;
Type en Bouw; 20 punten.
Gewicht; 10 punten.
Pels en Pelsconditie; 20 punten.
De Kopvorm; 15 punten.
De Oren ( behang ); 15 punten.
De Kleur of Manteltekening; 15 punten.
Lichaamsconditie en verzorging;5 punten.
Het totaal is;100 punten.

De Duitse Hangoor is een verkleinde vorm van de Franse Hangoor en in alles een typedier.

Type en Bouw.
Het lichaam is kort stevig gedrongen en massief. De schouderpartij is breed. De nek is kort en krachtig, zodat een halsloos type wordt verkregen. De ruglijn loopt vanuit de nek in een lichte welving naar de achterhand. Het bekken is breed; de achterhand is goed gevuld en betrekkelijk kort afgerond zonder hoekig te worden. Een geringe wam aanzet of halskraagje is slechts toegestaan bij overjarige vrouwelijke dieren. De benen zijn grof, dik, kort en gespierd.

Gewicht.
Het gewicht bedraagt 2,5 tot 3,5 kg.

Puntenschaal voor het gewicht:

gewicht 2,5kg 2,75kg 3 – 3,4kg 3,5kg

punten 6 8 10 9

Pels en Pelsconditie.
De pels is dicht,zacht,glanzend met veel onderwol en iets langer dan normaal. De ideale pelsconditie bij het tentoonstellingsdier is een geheel doorgehaarde pels, zonder dun behaard of kaal plekje. De verharing herkent men duidelijk aan het grannenhaar, het oude, afstervende en het na groeiende, krachtig gekleurde haar is zichtbaar en te onderscheiden. Niet enkele in’t rond vliegende haren, maarflink loslatend haar is als verharing te beschouwen. De pels moet vol ingehaard, glanzend en aanliggend zijn.

Kopvorm.
De kop is sterk ontwikkeld, breed tussen de ogen, sterk ontwikkelde wangen en brede snuit. Het neusbeen is sterk gebogen. Bij de ram is een kinknobbel toegestaan. Hieronder verstaat men een aanhangsel, zo klein mogelijk.

Oren
( behang ).De oorlengte is 30 – 36 cm van punt tot punt met inbegrip van de schedel. De oren zijn breed, dik, vlezig en lepel vormig afgerond. Zij hangen loodrecht naar beneden, met de schaalopening naar de kop gekeerd. Zij moeten zuiver hol worden gedragen zonder vouwen of plooien. De kronen moeten goed ontwikkeld zijn, waardoor de kopvorm fraaier wordt.

Puntenschaal oorlengte:

lengte: 30 31-32 33-34 35 36cm

punten 3 4 5 4 3

Kleur,
eventuele manteltekening. Het ras is bekroningswaardig in de kleuren konijngrijs, ijzergrauw, blauwgrijs, blauwgrauw, zwart, blauw, madagascar, sallander, isabella en wit, zowel met rode als blauwe ogen en chinchilla-kleurig. Eveneens is de bonte Duitse Hangoor erkend in bovengenoemde kleuren, behalve Sallander. Deze moeten door de tentoonstellingorganisatie in bovenvermelde volgorde worden tentoongesteld met vermelding van de kleur.

De plaats van de witte vlekken wordt niet nauwkeurig aangegeven. Gevraagd wordt een manteltekening waarbij de rug en de zijden zoveel mogelijk gekleurd zijn, de kop overwegend gekleurd met een geheel gekleurde snuit en dito oren. De borst en de voorbenen moeten bij voorkeur geheel wit zijn, de achterbenen en de buik overwegend of geheel wit. Gestreefd dient te worden naar zo groot mogelijke symmetrie in de tekening. Witte en bonte dieren met witte voeten hebben kleurloze nagels.

De Kleur beschrijving vindt U in de STANDAARD van de N.K.B.

Duitse HangoorLichaamsconditie en Verzorging.
Het spreekt van zelf dat op een tentoonstelling of keuring het konijn in de beste conditie moet worden voorgebracht Het lichaam moet goed bevleesd , gespierd, met andere woorden zo hard als een bikkel. Slappe, magere of te vette dieren zijn uit den boze. De nagels worden regelmatig evenwijdig met het loopvlak, zonder het “leven” te raken geknipt, ook de duimnagels. De nagels zijn vrij van mest en mestballen. De gehele pels alsook de voetzolen en binnenzijde van de oren en de geslachtsdelen moeten schoon zijn. De dieren worden vrij van klitten voorgebracht. Het oog moet helder zijn, tintelend van levenslust. Een dier dat ter keuring wordt aangeboden is goed getraind, zodat rasadel door een goede stelling wordt getoond.

Lichte Fouten.
Geringe afwijkingen van het voorgeschreven type.
Oren die niet geheel loodrecht hangen of waarvan de schaalopening niet geheel naar de kop is gekeerd. Geringe vouwen in de oren. Onvoldoende hol zijn van de oorschelpen.
Niet voldoende hoefijzervormige oordracht. Iets dun oorweefsel. Kartelingen in de oorranden aan de top. Iets beschadigde oren. Oren met een scherpe rug. Iets weinig ontwikkelde kronen. Iets broek. Iets gevlamde voorbenen en lichtgekleurde achterbenen bij kleurdieren. Geringe afwijkingen in kleur. Iets diep liggende ogen. Weinig symmetrie in tekening bij bonte dieren en geringe afwijkingen in het gewenste tekeningbeeld,iets wit op de snuit, enkele kleine vlekjes op oren bij bonte dieren en een of meer gekleurde vlekjes op borst. Bij bont kop iets donker en iets veel kleur op de voorbenen. Iets anders gekleurde haren in gekleurde velden.( zie verdere lichte fouten in het algemene gedeelte van de standaard).

Zware Fouten.
Sterke afwijking van het voorgeschreven type.
Te grote wam bij oude en jonge voedsters. Diepliggende ogen. Misvormde oren. Zwaar beschadigde oren. Het horizontaal of bijna horizontaal dragen van de oren. Oren met de holle zijde naar voren gericht. Ontbreken van de kronen. Te veel broek. Grove kleurfouten. Grove afwijkingen van het gewenste tekeningbeeld, b.v geheel of vrijwel geheel witte kop of snuit. Vlek of witte velden op de oren bij bont die verder van 3 cm van de oorwortel verwijderd zijn. Geheel gekleurde kop of benen. Te veel anders gekleurde haren in gekleurde velden. Te zware manteltekening. Gekleurde nagels bij bont.(Zie verder zware fouten in het algemene gedeelte van de standaard).