Papegaai


papegaaiPapegaaien, Kaketoes en Lori’s zijn drie families van vogels uit de orde van Psittaciformes (papegaaiachtigen). Vaak worden met het woord papegaai de grotere, ongekuifde vogels uit deze familie aangeduid. Kleine papegaaiachtigen zijn onder meer parkieten en agapornissen. De familie telt 349 soorten.[1] die overwegend in tropische gebieden leven, hoewel er verschillende in subtropische, gematigde en zelfs subantarctische klimaten te vinden zijn. Het woord “papegaai” is afkomstig van het Spaanse woord papagayo, dat op zijn beurt waarschijnlijk afgeleid is van het Arabische babagha en het Perzische babgha.

Kenmerken
Kenmerkend aan papegaaiachtigen is een sterke korte kromme snavel die zeer geschikt is voor het kraken van harde zaden en noten. De ondersnavel kan onafhankelijk van de bovensnavel worden bewogen. Papegaaien hebben een korte hals en vier tenen, waarbij twee tenen naar voren staan en twee naar achteren. Dit maakt de vogels tot zeer behendige klimmers. Bij het klimmen wordt ook de snavel gebruikt. In tegenstelling tot andere vogels hebben de meeste papegaaien geen vetproducerende stuitklier waarmee ze hun verenkleed in conditie kunnen houden. In plaats daarvan gebruiken Zuid-Amerikaanse papegaaien en de kaketoes hun donsveren, die verpulveren tot een poeder. Afrikaanse soorten zoals de grijze roodstaart hebben wel een stuitklier. De talg die door deze klier geproduceerd wordt verspreiden zij over hun verenkleed. Hierdoor is hun snavel voorzien van een grijs laagje.
Papegaaien zijn meestal kleurrijke vogels. Er zijn vaak geen uiterlijke verschillen tussen mannetje en vrouwtje, hoewel dit bij verschillende soorten wel het geval is. De vogels zijn beroemd om het imiteren van menselijke geluiden. Wilde papegaaien doen dit overigens niet, ook al leven ze in de buurt van menselijke nederzettingen.

Leefwijze
Papegaaien leven in groepen en hebben binnen de groep een vaste partner. In het papegaaienhuwelijk domineert het vrouwtje, dat ‘pop’ wordt genoemd. De vogels versterken hun band steeds weer door elkaar aandachtig te beknabbelen. Er heerst in de papegaaiensamenleving een duidelijke rangorde. Conflicten worden uitgevochten door te dreigen, in een later stadium grijpen de vogels met de poten naar elkaar en echt ernstige ruzies worden beslecht met de krachtige snavel. Omdat ze elkaar op die wijze ernstige verwondingen kunnen toebrengen zullen papegaaien snavelgevechten zoveel mogelijk vermijden.
Papegaaien brengen de meeste tijd door in bomen. Ze klauteren meer dan ze vliegen en vertonen zich zelden op de grond, hoewel er soorten zijn die zich overwegend of zelfs uitsluitend daar op houden. Papegaaien communiceren met elkaar door rauwe kreten die voor de mens hetzelfde klinken maar waarin de vogels allerlei nuances kunnen onderscheiden

Voedsel
Papegaaien eten een gevarieerd dieet. Zaden en vruchten zijn belangrijk, maar ook nectar, stuifmeel en ongewervelde dieren worden gegeten. Een klein aantal soorten voedt zich bovendien met aas of jaagt zelf. Van de kea is bijvoorbeeld bekend dat hij jonge stormvogels en schapen aanvalt en kan doden. De zeer kleine spechtpapegaaien zijn ook een uitzondering en kunnen zich met korstmossen voeden. Om het gif in sommige vruchtensoorten te neutraliseren eten sommige papegaaiensoorten klei. Daartoe bezoeken ze groepsgewijs (meestal) vaste plaatsen. Het is onmogelijk het dieet van papegaaien in de natuur voor huiskamervogels exact na te bootsen. Er zijn diverse uitgebalanceerde voedingen op de markt die voor een groot deel in de behoeften van de vogel kunnen voorzien, dit kan een pelletvoer zijn maar ook een uitgebalanceerde mengeling van zaden, noten, gedroogde groenten en gedroogde vruchten. Uiteraard is het belangrijk dat vruchten en groenten waar mogelijk vers gegeven worden. Ook de palmnoot is een heel belangrijke noot in de voeding van bijvoorbeeld Ara, grijze roodstaart, palmkaketoe en diverse andere papegaaiensoorten. Van de grijze roodstaart is bekend dat zijn natuurlijke dieet voor 80 procent uit de palmnoot bestaat. Ook deze palmnoot is tegenwoordig bij gespecialiseerde dierenwinkels te verkrijgen.
papegaaiPapegaaien als huisdier
Papegaaien werden in de oudheid al door de Grieken gehouden die de vogels ‘bittakos’ noemden. Verder waren ze veel geziene gasten aan boord van schepen, waardoor ze in allerlei landen werden geïntroduceerd. Soorten die thans veel als huisdier worden gehouden zijn de amazonepapegaaien en de grijze roodstaart.
Papegaaien in gevangenschap accepteren de mens als partner en zullen diens aandacht proberen te trekken door zijn of haar stem na te bootsen. Omdat het zeer sociale vogels zijn, hebben ze veel aandacht nodig. Gebrek aan aandacht en verveling kunnen leiden tot onophoudelijk krijsen en verenplukken. In een papegaaiensamenleving geldt een strikte rangorde. Dominante vogels zitten meestal op hogere plaatsen dan ondergeschikte vogels. Een papegaai die regelmatig op het hoofd van zijn baas of op andere hoge plekken mag zitten kan zich snel dominant gaan voelen en zich ontwikkelen tot een bijtend en krijsend probleemdier. Papegaaien hebben ongeveer de intelligentie van een peuter. Ongewenst gedrag is snel aangeleerd en kan het meest effectief bestreden worden door de vogel totaal te negeren.
Papegaaien kunnen uitstekend leren praten maar het is niet onomstotelijk bewezen dat de vogel ook daadwerkelijk begrijpt wat hij zegt. Wel is uit onderzoek gebleken dat papegaaien woorden kunnen verbinden aan bepaalde voorwerpen en situaties. Grijze roodstaarten worden over het algemeen beschouwd als de beste praters.
Papegaaien kunnen een hoge leeftijd bereiken (50 jaar of meer) en het gebeurt dus nogal eens dat ze in gevangenschap hun eigenaar overleven.
Het is in Nederland (nog) toegestaan om van sommige soorten in het wild gevangen papegaaien als huisdier te houden. Deze vogels komen goedkoop in de handel maar lopen vaak trauma’s op waardoor ze als huiskamervogel minder geschikt zijn en allerlei vormen van neurotisch gedrag gaan vertonen zoals het uittrekken van de veren en onophoudelijk krijsen.
papegaai
Papegaaiachtigen met een kuif
Een bijzondere groep binnen de papegaaiachtigen vormen de kaketoes (Cacatuidae). Ze komen voor in Australië, Nieuw-Guinea en de Filipijnen. Hun naam is afkomstig van het woord kaka(k)tua, de naam van de vogel in het Indonesisch en het Maleisisch. (In dat Maleis is het woord ook “nijptang” gaan betekenen. Dit slaat op hun bijzonder sterke, kromme snavel.)
Alle kaketoesoorten zijn in het bezit van een kuif die bij agressie, angst en opwinding overeind wordt gezet. Hierdoor krijgt de vogel een meer imponerend uiterlijk. Dit wordt versterkt door wild heen en weer te bewegen en vleugels en staartveren uit te spreiden. De kuif heeft soms een andere kleur dan het lichaam. Zo heeft de rozeachtige Molukkenkaketoe een oranje kuif en de witte Cacatua galerita een gele kuif.
Het lichaam van vrijwel alle kaketoesoorten is effen gekleurd (meestal wit) en er is geen verschil te zien tussen het verenkleed van mannetjes en vrouwtjes. Vrouwelijke kaketoes hebben soms lichter gekleurde ogen (roodbruin) dan de mannetjes (donkerbruin). De valkparkiet is de kleinste kaketoe.
Kaketoes zijn speelse en zeer aanhankelijke vogels die zich, in tegenstelling tot andere papegaaiachtigen, hechten aan meerdere personen. De meeste soorten zijn behoorlijk vernielzuchtig en zeer luidruchtig. Het geluid van een Molukkenkaketoe kan oplopen tot 130 decibel.