Parelfeh


ParelfehDe Parelfeh is een vriendelijk, goedaardig en levendig konijn. De glanzende pels voelt zacht en veerkrachtig aan. De kleur van de Parelfeh is uniek. De pels is blauw-grijs met haaruiteinden in verschillende kleuren. Het effect dat de verschillende kleurschakelingen geven noemt men ‘pareling’, en daar dankt hij zij naam aan.
Korte geschiedenis van de Parelfeh:
Dit ras werd aan het begin van de 20e eeuw ontwikkeld. Het oorspronkelijke fokdoel was een konijnenras te ontwikkelen dat veel gelijkenis moest vertonen met de Siberische Eekhoorn. De fokker noemde zijn ras Düsseldorfer Perlfeh. Gelijktijdig ontwikkelde een andere fokker de Augsburger Perlfeh. Deze twee rassen werden in de loop der tijd samengevoegd en hebben een ras gevormd dat we tegenwoordig kennen als Parelfeh.

Rasbeschrijving Parelfeh:
Kop: goed ontwikkeld, breed en vooral niet lang

Oren: lengte van ca. 11 cm, afgeronde toppen

Lichaam: kort, vierkant gebouwd, brede borst, schouders, rug en een soepel afgeronde achterhand, korte en gespierde nek.

Vacht: kort, zacht aanvoelend, veerkrachtig, glanzend, dicht tegen het lichaam aanliggend, dicht ingeplant.

ParelfehKleur: blauwgrijs en de haaruiteinden hebben een wisselende kleurschakering dit word pareling genoemd. De buik, delen van de poten, onderkant van de staart zijn wit evenals de randen rond de ogen, een lijntje rondom de hals en de binnenkant van de oren.

Gewicht: tussen 2 en 3,5 kilo

Karakter: levendig en vriendelijk, goedaardig.

Bijzonderheden:
De Parelfeh geniet een grote belangstelling vanuit de fokkerswereld op het vasteland van Europa.

De Parelfeh is een fokproduct van Karl Hoffman uit Düsseldorf. Hij wilde een konijn fokken met de pelskleur van de Siberische eekhoorn. Het opvallende van deze kleur is de zogenaamde pareling. Hij kwam uiteindelijk zover door blauwgrijze dieren met Marburger Feh te paren. De Parelfeh werd in ons land in 1927 erkend.

Over de ontwikkeling van de Parelfeh schrijft Wiel Raven het volgende :

“De jaren ’70”

ParelfehReeds in de jaren ’70 was er verschil van mening over de dekkleur van de Parelfeh. In de uitgave van de standaard van 1 maart 1969 stond deze omschreven als gouwenaargrijs. helaas voldeden niet veel gefokte dieren aan deze kleur, maar hadden een blauwgrijze dekkleur. Ook de uit Duitsland en Zwitzerland geimporteerde dieren waren meer blauwgrijs dan gouwenaarkleurig. Uit de standaard van deze twee landen bleek dat de dekkleur ook blauwgrijs moest zijn. Tijdens de K.K.V.-vergadering werd dit punt uitvoerig besproken en men kwam tot de conclusie dat bij blauwgrijs de pareling sprekender kon zijn dan bij gouwenaarkleurig. Er waren natuurlijk voor- en tegenstanders, maar men is er toch samen uitgekomen. De gouwenaarkleurige verdwenen van de keurtafel. In de jaren ’70 waren er nog twee verschillende kleuren erkend bij de Parelfeh. De lichte nuance met een parelende blauwgrijze kleur heeft een witte buikkleur met blauwe grondkleur. De dieren met de ijzergrauw factor zijn donkerder en verder eenkleurig, waarbij de buik, borst en onderzijde staart wat matter gekleurd zijn.

“De jaren ’80”

In deze jaren gaat het niet goed met de blauwgrauwe Parelfeh, zodat de standaardcommissie besluit deze eind jaren ’80 uit de standaard te verwijderen. Men ziet ze nergens meer op een tentoonstelling en dit is zeer jammer.

Men spreekt in deze periode over drie soorten van dekharen nl.:

  1. Dekharen die lange, donkere, gepunte haartoppen hebben,
  2. Dekharen die slechts zeer korte haartoppen hebben,
  3. Dekharen met een lichtgrijs of muiskleurig gedeelte in de uiterste top, meteen daaronder het donkere gedeelte.

Deze drie soorten zijn allen van groot belang voor het krijgen van een perfecte dekkleur, Hoe beter deze drie haargroepen verdeeld staan, hoe regelmatiger de ticking, des te waardevoller het dier. Ook een iets grovere pels doet veel afbreuk aan een mooie pareling en men streeft ernaar deze te verfijnen. Toch is in deze periode de Parelfeh op de goed weg gezien de behaalde op diverse shows.