Vogelspin

Spinnen hebben geen goede reputatie.
Dit komt veelal door hun uiterlijk, gedrag en met name de media !

Het eerste onderscheidt
Er zijn ruim 40.000 soorten echte spinnen. Hiervan zijn er slechts enkele soorten echt giftig, een voorbeeld hiervan is de zwarte weduwe. Ik bespreek alleen de familie van de vogelspinnen omdat die mijn meeste aandacht trekken. Het gif van echte vogelspinnen is over het algemeen voor mensen niet dodelijk. Toch kan een beet zeer pijnlijk zijn en is het vermijden hiervan wel aan te bevelen. De familie van de vogelspinnen behoort tot een groep relatief primitieve spinnen. Vogelspinnen worden vaak foutief “tarantula’s” genoemd terwijl de tarantula een Zuid-Europese wolfsspin is, uit de familie van de Echte spinnen en dus beslist niet te verwarren met de vogelspin.

De vogelspin
De Brachypelma smithi (de Mexicaanse roodknie), Vogelspinnen komen voor in alle gematigde en tropische gebieden van de wereld. Zoals eerder genoemd is deze spinsoort relatief vrij primitief. Dit houdt dus in dat hun gedrag en levenswijze is voorgeprogrammeerd. Een spin handelt dus puur instinctief en kan ook niet veel anders. Hier zult u dus terdege rekening mee moeten houden i.v.m. huisvesting, voeding, hantering etc. De vogelspin is in drie groepen in te delen:

  1. Boombewoners:
    Zijn vaak minder geschikt voor terraria (m.u.v. een aantal Avicularia-soorten) omdat ze snel en actief jagend zijn. Deze soorten zijn over het algemeen vrij agressief. Ze bezitten een relatief klein achterlijf met dikke voeten. Daarmee hechten ze goed aan gladde oppervlakken.
  2. Bodembewoners:
    Dit zijn compact, soms kleurrijke spinnen, die vaak voor hun schuilplaats zitten en van daaruit op hun prooi jagen. Dit zijn hierdoor de meest geschikte terrariumsoorten.
  3. Ondergronds levende soorten:
    Deze spinnen zitten onder de grond (soms enkele meters diep), zijn meestal kortbehaard en vrij kleurloos. Vaak zijn het ook nog nachtdieren die zelden zichtbaar zijn. Deze eigenschappen maakt ondergronds levende soorten vrij ongeschikt voor Terraria.

Brachypelma angustum
De Brachypelma angustum (Costa Rican red), komt zoals de engelse benaming het al zegt: van Costa Rica. Deze spin is schuwer dan de B. smithi en zal zich meer verschuilen d.m.v. het graven van holletjes onder een stuk hout of steen.

Het is een ongeveer 7 cm grote spin die veel weg heeft van de Brachypelma vagans. Dit komt doordat beide een roodharig achterlijf hebben. De B. angustum komt iets slanker over terwijl de poten zwartblauw zijn. Het rugschild is bij de B. angustum rozig wat mooi contrasteerd met de blauwzwarte poten.

Deze spin kan ongeveer net zo gehouden worden als de B. smithi met deze verschillen: Ze komen van nature uit vochtigere gebieden zodat u de luchtvochtigheid wat op zult moeten voeren in vergelijking met de B. smithi (85%). Dit is waarschijnlijk ook de reden dat deze soort sneller volwassen wordt want een spiderling kan volgroeien in 2-3 jaar en dat is wel even een ander tempo dan dat van de B. smithi.

De huisvesting
Pas het terrarium volledig aan bij de levenswijze van de soort vogelspin die er in komt.
huisvestingPersoonlijk ben ik een erg voorstander van het welzijn van het dier. D.w.z. dat de natuurlijke omstandigheden zoveel mogelijk nagebootst dienen te worden. Zoals al eerder vermeld zal de spin zich niet aan de omstandigheden aanpassen maar moeten wij de omstandigheden aanpassen aan de spin.

Er zijn legio mogelijkheden om de spinnen in te huisvesten. Zorg er in ieder geval voor dat de bak goed ventileert. Schimmels en bacteriën zijn doodsoorzaak nummer 1. Gebruik die terrarium-grootte dat de spin genoeg ruimte heeft om zijn territorium in te richten en ook nog eens een ommetje kan maken. Hij moet echter nog wel in staat zijn om zijn prooi te vinden. Zorg verder dat je makkelijk via deurtjes of een stevig deksel in het terrarium kunt komen i.v.m. onderhoud etc.

Boomspinnen eisen eerder meer hoogte dan een ruim grondgebied. Wel is hier i.v.m. de hoge luchtvochtigheid een goede ventilatie van groot belang. De minimale hoogte is toch wel 30 tot 40 cm, maar de voorkeur gaat toch wel uit naar ruim 50 tot 60 cm hoogte.

Bodemspinnen hebben niet veel hoogte nodig. Een doorsnede van 30 x 30 x 30 cm volstaat in dit geval. Gebruik minimaal 5 tot 10 cm bodembedekking zodat de spin een veilig onderkomen kan creëren (Dit ter voorkoming van stress). Gebruik daarom ook altijd een achterwand. Ten eerste staat het fraaier en het komt de rust van de spin ook ten goede.

De bodembedekking
Voor de bodembedekking zijn legio mogelijkheden. De bewoners van het tropisch regenwoud kun je heel goed een mengsel van veenmos en mestvrije potgrond geven (of een turf/zandmengsel). Bij spinnen uit drogere gebieden gebruiken we grof brekerzand in plaats van potgrond. Voor alle soorten kun je het voor terrariumdieren verkrijgbare houthaksel of de kleikorrels uit de hydro-cultuur gebruiken. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan bodemtypes die makkelijk vocht vasthouden en waarin de spin naar hartelust kan graven. Ikzelf gebruik gewoon oude potgrond. Zoals eerder vermeld hebben bodemspinnen een diepere bodemlaag nodig dan boomspinnen zodat ze een veilig heenkomen kunnen creëren. Houdt de bodem licht vochtig, zodat het vocht net voelbaar is.

De inrichting
De inrichting kun je verder verfraaien met hout, stenen, kurkschors, bloempotten etc. Gebruik altijd materialen die wat makkelijker schoon te maken zijn, i.v.m hygiëne en onderhoudsgemak. Ook hier gaat het weer om het bieden van beschutting terwijl het terrarium er ook qua uiterlijk op vooruitgaat. Je kan er voor kiezen om holen en gangen voor te bereiden. Zo kun je deze tegen het glas plaatsen en is de spin ook in zijn hol zichtbaar. Een spin kan dit natuurlijk ook prima zelf. Let er wel op dat je huisdier niet geplet kan worden door de gebruikte attributen.

Je kan verder kiezen voor echte planten of kunstplanten. Het ene staat wel natuurlijker en is soms ook beter (denk aan onze boombewoners). Het voordeel van nepplanten is natuurlijk wel dat het makkelijker te onderhouden is.

De gouden tip is hier :
“bedenk eerst welke soort spin je wilt hebben en pas daar je hele inrichting op aan”

Het klimaat
Onder de noemer klimaat plaats ik temperatuur en luchtvochtigheid ! Een goede temperatuur en luchtvochtigheid zijn cruciaal voor veel terrariumdieren en dus ook voor onze vogelspinnen.

De temperatuur
Voor de meeste soorten zal de ideale temperatuur tussen de 20-28 °C schommelen. Let wel : Dit is een gemiddelde temperatuur. De werkelijke temperatuur is natuurlijk afhankelijk van de soort. De juiste temperatuur kunt u op verschillende manieren bewerkstelligen:

De twee meest gebruikte methoden zijn warmtematten en lampen. Beide hebben hun voor- en tegenstanders, dus de keus is aan u zelf.

Warmtematten
Kiest u voor een warmtemat plaats deze dan gedeeltelijk onder de bak (ongeveer de helft tot twee-derde van de bodemafmeting). Door niet de hele bak te verwarmen zijn er ook koelere plaatsen en dus kan de spin de meest comfortabele temperatuur opzoeken. Vaak houdt men er naast een warmtemat ook nog gewone verlichting op na (een TL-buisje), zodat de spin ook nog goed zichtbaar is. Een nadeel van warmtematten kan zijn dat de bodem te snel uitdroogt en dat bodemspinnen door middel van holen graven geen verkoeling kunnen vinden.

Lampen
Sommigen preferen rood licht terwijl anderen gewoon licht gebruiken. In dit geval kunt u beter voor een spotlamp kiezen omdat deze al hun licht en warmte op één plaats richten, zodat een temperatuurgradiënt gecreëerd wordt. Zodoende kan de spin zijn eigen warmtebehoefte weer bepalen. Gebruik lampen van zo laag mogelijk Wattage en zorg er tevens voor dat de lamp niet te dicht boven de bodem hangt. Bij boomspinnen moet u er rekening mee houden dat deze hun wooncocon dicht bij de lamp kunnen plaatsen wat dus problemen kan veroorzaken.

De luchtvochtigheid
Luchtvochtigheid is voor spinnen cruciaal i.v.m. hun vervelling (zie elders op deze website). De gemiddelde luchtvochtigheid ligt tussen de 60-85 % RV. Ook hier geldt uiteraard weer dat de juiste luchtvochtigheid variëert per soort.

Boomspinnen eisen een hogere luchtvochtigheid dan bodemspinnen. Dit kunt u bewerkstelligen door de bodemgrond licht vochtig te maken. Wanneer u dan de bodem samenknijpt, moet het zijn vorm behouden zonder dat er teveel water uit sijpelt. Om het geheel vochtig te houden dient u een paar keer per week tot dagelijks te sproeien met een verstuiver. Kraanwater kan maar sommigen gebruiken liever gedestilleerd of gekookt water i.v.m. de waterhardheid.

Zorg hierbij wel voor een goede ventilatie omdat er anders binnen de kortst mogelijke keren bacteriën en/of schimmels in de bak zitten. Dit moet u koste wat kost vermijden omdat vogelspinnen hier zeer gevoelig voor zijn.

Echte planten bevorderen de luchtvochtigheid. Zorg er tevens voor dat er altijd een schaaltje vers water aanwezig is in de bak zodat de spin ook zijn eigen waterhuishouding kan regelen.

De voeding
Er zijn verschillende soorten voederdieren verkrijgbaar, b.v. krekels, sprinkhanen en meelwormen. Een beetje “speciaalzaak” verkoopt ze tegenwoordig wel. Prooien kleiner dan de spin zelf zijn geschikt (± 1/3 van de lichaamsgrootte van de spin). Voer regelmatig, één tot drie krekels per week. Verwijder de niet opgegeten prooien bij de spin. Dit voorkomt dat ze in de bak hun huis zoeken. Ook kunnen overgebleven krekels de spin aanvreten, met alle gevolgen van dien.

Voer de krekels ook regelmatig met fruit en groenten. De kwaliteit van de krekel bepaald de gezondheid van de spin.

Problemen met eten kunnen zich voordoen als:

de spin vervelt
de temperatuur te laag is
de spin al genoeg gegeten heeft
“een vast periode inlast” (hierover is nog niet alles bekend)
bij ziekte of parasieten
Indien de spin moeite heeft met snelle prooien vangen kun je de voederdieren een paar minuten in de koelkast laten afkoelen. Een ietwat lugubere manier is de springpoten afknippen met een nagelschaartje.

SteppenkrekelSprinkhaannimf Meelwormen

Water
Gebruik altijd een waterschaaltje in uw terrarium ! Boomspinnen drinken meestal het vocht dat blijft liggen van het sproeien (zet ondanks dat toch een schaaltje neer voor de zekerheid), maar voor de bodemspinnen is het plaatsen van een waterschaaltje noodzakelijk. Indien u niet regelmatig van vers water voorziet dan loopt uw spin verhoogde kans op uitdroging, wat ‘m uiteindelijk het leven kost. Een waterschaaltje helpt bovendien ook bij het instant houden van de luchtvochtigheid.

De vervelling
De vervelling wordt hier apart besproken omdat dit een ingrijpende gebeurtenis is in een spinneleven.

Het vel van de spin dient als skelet en is dus hard en sterk. Om te kunnen groeien moet de spin dus een ruimer jasje krijgen. De gehele buitenkant, de ogen, de poten, de geslachtsorganen etc., ja bijna alles moet vervangen worden. Binnen de oude huid groeit de nieuwe aan.

Omdat ook mondopening en tanden vervangen worden, kan de spin uiteindelijk ook niet meer eten. Afhankelijk van de leeftijd kan deze vastenperiode een paar weken tot zelfs maanden duren. Jonge vogelspinnen vervellen in het begin om de paar weken terwijl een geslachtsrijp vrouwtje eens per 1 à 3 jaar vervelt.

Ongeveer een dag voor het echte vervellen beweegt de spin helemaal niet meer. Meestal gaat deze dan op de rug liggen. Dus als uw spin stopt met eten en uiteindelijk zelfs op de rug gaat liggen, gaat deze niet dood, maar vervelt ! Een vogelspin gaat dood met zijn poten gebogen onder zich, niet op zijn rug.

Het kopborststuk en achterlijf scheuren open, waarna de oude huid van de poten wordt geperst. De duur van de vervelling varieert van een half uur tot een halve dag. De nieuwe huid is zacht en kwetsbaar dus wacht minimaal een dag met eten geven totdat de spin is uitgehard. Uiteraard moet de spin daarna genoeg de gelegenheid krijgen om bij te eten.

Een juiste luchtvochtigheid is voor een probleemloos verloop cruciaal. Indien de huid etc. te droog is kan de spin niet uit zijn oude huid kruipen.

Klaar om te vervellen De oude huid scheurt open

De poten zijn er al uit Naast het vel rust de spin uit

Tip: Een vervellende spin is NIET ziek of dood, gooi deze dus NIET weg.