Chinchilla

De chinchilla (Chinchilla lanigera) is een knaagdier.

Geschiedenis chinchilla
Een paar honderd jaar geleden waren er nog erg veel chinchilla’s in het wild. In de 16e eeuw leefde deze dieren in Peru en Chili. Ze bevolkten daar de hoger gelegen gedeelten van het Andesgebergte. In deze rotsachtige omgeving leefden ze in groepen van soms wel 100 stuks. Ze schuilden daar vooral in de rotsspleten en grotten die daar aanwezig waren.

Helaas is juist het geen wat ons zo aantrekt, namelijk de zachte pels, hun ondergang geworden. Allereerst waren er de indianen die de dieren gebruikten voor dekens en kledingstukken, maar deze jacht leek de chinchilla niet te deren. Maar in de 18e eeuw kwamen de eerste chinchillapelzen naar Europa als een grote zeldzaamheid. En in de 19e eeuw werden ze een algemeen handelsartikel. Begin de 19e eeuw leek het opeens niet zo goed meer te gaan met de chinchilla. Het aantal vellen dat de havens binnen kwam was schrikbarend gedaald en de prijzen daardoor erg gestegen. De laatste chinchilla’s waren steeds hoger de toch wel ontoegankelijke rotsen op gevlucht, maar zelfs daar waren ze niet veilig. Rond 1920 was de prijs van een velletje vervijfvoudigd en daarna werden ze niet meer aangeboden, omdat er geen chinchilla’s meer waren. Althans niet veel. Later lukte het een persoon om een 11-tal chinchilla’s te vangen en daar mee te gaan kweken. Je kan wel zeggen dat die 11 dieren de voorouders waren van alle in gevangenschap gehouden chinchilla’s. Natuurlijk zullen er nog wel een aantal chinchilla’s aan toegevoegd zijn om de bloedlijnen te verversen.

De eerste chinchilla’s in gevangenschap werden puur voor de bont gefokt. Men had alleen geen rekening gehouden met het fokresultaat van de chinchilla. Dit verliep namelijk erg moeizaam. Weinig jongen, verschillende kleuren en de de bouw van de dieren werd anders. In Nederland wordt bijna niet meer voor de bond gefokt. De fokkers die dat wel deden zijn overgestapt naar het fokken voor “huiskamerchinchilla’s”.

Helaas is door al dat gebeuren de chinchilla in zijn oorspronkelijk leefgebied erg zeldzaam geworden. Er zijn nu mensen bezig met een project om de chinchilla weer terug te plaatsen in het wild en ze daar te beschermen zodat er weer een gezonde populatie chinchilla’s in het wild komt.

Soorten chinchilla’s
Vroeger waren er meerdere soorten chinchilla’s. Je had de Chinchilla laniger (de huiskamerchinchilla) en de Chinchilla chinchilla (Kortstaartchinchilla). Van deze laatste had je nog 2 ondersoorten namelijk de Chinchilla chinchilla chinchilla (Koningschinchilla) en de Chinchilla chinchilla boliviana (Kleine kortstaartchinchilla). Hoewel de Chinchilla laniger meerdere typen kent zijn er in de wetenschap geen ondersoorten beschreven. Tegenwoordig is de Chinchilla laniger de bekenste. Daarnaast zie je ook wel eens een chinchilla met een dikke plompe bouw. Deze zijn zeer gewild, maar niet makkelijk te verkrijgen.

Het karakter van een Chinchilla
Een chinchilla is van nature uit echt een groepsdier. Deze diertjes mogen dan ook echt niet alleen gehouden worden. Houd ze minimaal per 2. En op zich maakt het dan niet uit of je 2 vrouwtjes, mannetjes of een koppeltje houd. Let wel op dat als je een koppeltje houd dat je op jonkies kan rekenen. En wat gebeurt en dan met de jonkies als ze 8 weken oud zijn. Hou je ze zelf of gaan ze naar een ander. Hou deze dingen goed in de gaten.

In het wild mogen chinchilla’s dan wel eens een hol samen delen met andere dieren uit dat gebied, maar als je ze in de huiskamer houd dan kan je ze het beste alleen met soortgenoten samen houden. Dit vooral vanwege het feit dat chinchilla’s nachtdieren zijn en een konijn of cavia bijvoorbeeld dagdieren zijn. Voor de rest is het voer en leefomgeving van een chinchilla ook heel anders dan dat van een konijn of cavia.

Voor de rest zijn chinchilla’s tegenover soortgenoten, die al aan elkaar gewend zijn, ontzettend lief en aanhankelijk. Ook met de verzorger kan een chinchilla een goede relatie opbouwen. Als je voorbij loopt komen ze al naar het deurtje gelopen en trekken ze zo’n gezichtje alsof ze willen zeggen: aahhhh mag ik er alsjeblieft uit!!! Is echt geweldig om te zien. Ze kunnen zelfs op hun naam reageren. Chinchilla’s zijn dan ook echt dieren met een eigen karakter. Er is bijna geen chinchilla hetzelfde.

Verzorging van een chinchilla
Hieronder zal je de verzorging kunnen vinden van de chinchilla. Ik heb ze onderverdeeld in verschillende hoofdstukken, zodat het wat overzichtelijker wordt om het te lezen.

Huisvesting Chinchilla
Het is helaas moeilijk om een natuurgetrouwe omgeving na te bouwen voor een chinchilla. Bij een dierentuin is dat misschien wel mogelijk, maar in uw huiskamer zal dat een stuk moeilijker worden. Daarom hier een aantal dingen waar je je dus minimaal aan moet houden om een chinchilla binnenshuis te kunnen houden.

Je hebt verschillende manieren om een chinchilla te huisvesten. Je kunt een mooie kamervolière kopen of je kan zelf een kooi bouwen. Bij beide zijn er voor- en nadelen. Ik zal proberen hieronder het een en ander over beide opties te beschrijven.

Als eerste de kamervolière
Dit zijn meestal tralie kooien met standaard maten. Vaak zijn deze kooien zo’n 1,5 – 2 meter hoog. Met een grondoppervlak van ong. 50 x 50 cm. Deze afmetingen verschillen per kooi. Zorg er voor dat als je een kamervolière koopt dat je de hoogte in tweeën deelt d.m.v. een tweede verdieping. Als je dit namelijk niet doet heb je kans dat je chinchilla’s een ongeluk kunnen krijgen omdat ze de hoogte niet goed inschatten en daarom misspringen. Een aantal negatieve punten van deze kamervolières zijn:

Het lawaai
Omdat chinchilla’s niet alleen de plankjes en stammetjes gebruiken die in de kooi zitten, maar ook de zijkanten van de kooi kan dat redelijk wat lawaai opleveren. Soms hoor je een knal omdat ze dan naar beneden of naar boven gingen.

De rommel
Iedere morgen kan er een krans met zaagsel en keutels rondom de kooi liggen. Omdat de kooi aan alle kanten open is valt dus alles gewoon naar beneden. Dit is voor een gedeelte op te lossen met platen aan de kanten te bevestigen. Maar het helemaal verhelpen is niet echt mogelijk met deze tralie kooien.

In de dierenwinkel worden ook wel eens standaardkooien verkocht speciaal voor chinchilla’s. Deze kooien bestaan uit een kunststof onderbak en 2 plankjes aan weerskanten van de kooi. De afmetingen van deze kooien zijn68 cm hoog, 70 cm breed en 46 cm diep. Dit zijn best mooie kooien, maar ze zijn niet geschikt om een chinchilla permanent in te huisvesten. Als noodkooi zijn deze kooien wel geschikt.

De zelfmaakkooi
Bij het zelf maken van een kooi moet je met een aantal dingen rekening houden.

Het beste is om zo’n kooi knaagvrij te maken. Het is geen verplichting, want als je goed onbewerkt hout gebruikt dan maakt het eigenlijk niet uit. Maar heb je geen zin om je kooi om de zoveel jaar af te breken en opnieuw op te bouwen dan moet je daar dus wel rekening mee houden. Het is misschien ook mogelijk om je kooi zo te bouwen dat als er een balkje vervangen moet worden dat het dan ook mogelijk is zonder dat je de gehele kooi moet afbreken.
De kooi moet goed schoon te houden zijn. Zorg dat er geen kiertjes of gaatjes zijn waar vuil in kan dringen en zorg ervoor dat de onderkant van de kooi van glad materiaal is. Dit materiaal mag geen vocht opnemen en moet dus met een sopje of zoiets schoon te maken zijn. Ik heb zelf de bodems van de kooien bedekt met een stuk goedkoop zeil wat je normaal gesproken op de grond legt. Zorg ervoor dat de chinchilla’s er niet bij kunnen. Want ieder hoekje of stukje van dat zeil krijgen ze te pakken en knagen ze zonder pardon helemaal stuk. Zorg er ook voor dat je er een redelijk grote deur in doet. Dit omdat je er makkelijk in moet kunnen om de kooi te kunnen schoonmaken.
Het mooiste zou ook zijn dat er zo’n min mogelijk lawaai en rommel van de kooi afkomstig is. Om rommel te verkomen kan je zorgen dat er vanaf de onderkant zo’n 10 cm dicht is gemaakt. En dat je de achterkant en beide zijkanten dichtmaakt en dat alleen op de deur een stuk gaas zit. Of misschien nog mooier tralies.
Als je gaas gebruikt gebruik dan geen geplastificeerd gaas. Dit omdat ze het geplastificeerde gedeelte van het gaas er zo vanaf halen en dat er een kans is dat ze het opeten, wat natuurlijk slecht is voor ze.

Wel zijn er minimum maten waar je je bij het bouwen van een kooi aan moet houden. De minimum maten zijn 1 meter hoog met een grondoppervlak van 50 x 50 cm. Let wel op dit zijn de minimum maten voor een groepje van 2 a 3 chins. Bij meerdere chinchilla’s moet je natuurlijk de kooi vergroten. En natuurlijk is het zo dat de kooi altijd groter mag zijn. Ook al heb je maar 2 chinchilla’s dan mag je gerust een kooi gebruiken van bv 2 meter hoog. De hoogte van de kooi is belangrijker dan het grondoppervlak van een kooi.

Inrichten van een hok
Het merendeel van de chinchilla’s slaapt het liefst zo hoog mogelijk in zijn hok. Daarom is het aan te raden om boven in het hok een grotere plank op te hangen waar ze dan ook met z’n allen lekker tegen en over elkaar op kunnen zitten. Ook kan je er een huisje bevestigen, maar dan zie je je chinchilla’s niet zitten en heb je kans dat ze ook een stuk schuwer zijn als zonder huisje. Voor de rest moeten er meerdere kleine plankjes aanwezig zijn in het hok. Die van onderen naar boven verspreid zijn. Deze kleine plankjes en natuurlijk ook de grote bovenin de kooi kunnen van hout zijn. Hou er dan wel rekening mee dat je deze plankjes regelmatig zal moeten vervangen, omdat ze ook dit geheel kappot knagen. Ook kan je dikke takken van bv de wilg gebruiken. Ook dit zullen ze gebruiken als zitplankje en het is goed voor hun tanden, want ze hebben er zeer veel knaagplezier van. Let wel op dat je niet zomaar takken verzameld uit het bos. De takken van een wilg zijn eigenlijk de beste takken. Ook kan je taken van een fruitboom gebruiken. Zorg er wel voor dat je de takken eerst grondig reinigt met heet water en laat ze daarna goed drogen. Dan pas mag je ze in de kooi zetten. Ook is het verstandig om een loopwiel in de kooi te bevestigen. Er zijn daarin veel verschillende soorten. Dus zorg ervoor dat je een groot genoeg wiel koopt, want als de doorsnede van zo’n wiel te klein is dan kan dat rugproblemen opleveren. Ik heb zelf de voorkeur aan een loopwiel die alleen maar bevestigd wordt aan de zijkant van de kooi zodat de in en uitloop van het loopwiel geheel vrij is. Je hebt ook een loopwiel op 2 poten. Dit kan ook wel, maar daarbij heb je meer kans op verwondingen van voornamelijk de pootjes en staarten van de chinchilla’s. Voor de rest moet je echt je fantasie gebruiken bij het inrichten van een kooi.
Voeding Chinchilla

De voeding van een chinchilla bestaat uit zeer arme ingredienten. Het standaard voer bestaat uit de chinchilla pellets en hooi en natuurlijk niet te vergeten het drinkwater. De pellets is echt speciaal gemaakt voor chinchilla’s dus als je naar een dierenwinkel gaat en er liggen alleen maar zakjes met pellets in, maar er staat nergens op de zak dat het om chinchillapellets gaat vraag dan gewoon aan de eigenaar of je de grote baal mag zien waar deze zakjes uitkomen. Mag dat niet van hem koop het dan niet. De kans is namelijk groot dat je ze dan konijnenpellets voer en dat is dus zeer slecht voor chinchilla’s. Heeft je plaatselijke dierenwinkel niets van chinchillapellets vraag dan of ze het van de merken Vitakraft of Witte Molen kunnen bestellen. Dit is altijd mogelijk ook al zeggen ze dat het niet zo is. Een dierenwinkel heeft altijd producten staan van Witte Molen of Vitakraft dus waarom zouden ze de chinchillapellets niet kunnen bestellen. Ook zijn er van Vitakraft speciale “snoepjes” te verkrijgen. Als je deze koopt geef ze dan wel met mate. Teveel snoepgoed is slecht voor ze ze kunnen er namelijk verschillende darmproblemen van krijgen die kunnen lijden tot de dood. Dus wees er voorzichtig mee.

Vacht Chinchilla
De vacht van een chinchilla is zeer speciaal. Bij ons komt er uit een haarwortel maar 1 haar bij een chinchilla is dat dus heel anders. Bij hun komen er uit een haarwortel zo tussen de 40 á 120 haren. Dat verklaart ook waarom een chinchilla zo’n dichte en zachte vacht heeft. Ook dankzij deze dikte is het vrijwel onmogelijk om ongedierte zoals vlooien in de vacht van een chinchilla te zien. Geef de chinchilla iedere dag een uur a 1,5 uur de tijd om zich rustig te wassen in een speciaal badje gevuld met speciaal chinchilla badzand. Gebruik geen schelpenzand of zand uit de zandbak. Dit zal namelijk de vacht van een chinchilla erg beschadigen en de chinchilla later ook. Gebruik gewoon het speciale badzand. Dit is altijd wel te verkrijgen in een dierenwinkel.

Als er een panieksituatie uitbreekt of de chinchilla schrikt als u hem vast heeft. Kijk er dan niet raar van op als u een pluk van de vacht in uw handen hebt. Dit is vrij normaal. In het wild wordt dit gebruikt als verdedigingsmiddel tegen roofdieren zoals roofvogels. Op die manier kan een chinchilla vrij vaak er met een aantal haren minder en de schrik er vanaf komen.

Voortplanting
Als het om de voortplanting gaat van de chinchilla zijn er wel een aantal dingen die je eerst moet overwegen voordat je er ook echt aan begint. Om maar een paar voorbeelden te noemen:
Waar gaan de jongen naar toe als ze oud genoeg zijn.
Kruis nooit Wit x Wit of Velvet x Velvet.
Zorg dat de chinchilla’s ouder dan 9 maanden zijn. Het liefst een jaar. Dit zijn zomaar een paar punten.

Het is onzettend gaaf als er inderdaad jonkies geboren worden. Ik heb er ook al meerdere gehad en iedere keer is het weer een vreugde om die kleine hummeltjes te zien rondlopen. Als de jongen 8 weken zijn dan mogen ze van de ouders af en mogen ze naar een nieuw huis toe. Mocht je ze zelf willen houden dan moet je er rekening mee houden dat je de mannetjes en vrouwtjes, vader en moeder inbegrepen, apart houd. Je kan de hele familie ook best bij elkaar laten, maar dan zullen vader en de eventuele zoons gecastreerd moeten worden. En dan is het nog maar afwachten of het goed blijft gaan. Het gebeurt regelmatig dat als de jonge mannetjes volwassen worden ze zich opeens heel anders gaan gedragen en dat er een fikse ruzie kan optreden tussen vader en zoon(s). Laat het in ieder geval nooit!!! zover komen dat een zoon zijn moeder dekt of dat de vader een dochter dekt, want als ze dan jongen krijgen dan zijn deze meestal erg zwak of niet levensvatbaar.

Ook bij het kruisen van bepaalde kleuren is er een richtlijn. De kleuren Velvet en Wit mogen dus nooit!!! met elkaar gekruist worden. Dus nooit 2 Velvets en nooit 2 Witte chinchilla’s met elkaar kruisen. Iedetre andere kleurslag mag je dus wel met elkaar kruisen en mogen ook met de Witte of Velvets gekruist worden. Gebeurt het per ongeluk wel dan kunnen de jongen dus ook zwak, misvormd, niet levensvatbaar, enz. zijn. Net zoals bij inteelt.

Zorg er ook voor dat een chinchilla vrouwtje niet eerder gedekt wordt voordat ze de leeftijd van minimaal 9 maanden heeft bereikt. Het is nog beter om te wachten totdat ze 1 jaar oud is. Als een vrouwtje te jong gedekt wordt dan is het meestal zo dat al haar energie naar de jonkies in haar buik gaat ipv naar het groeien van haar eigen lichaam. Waardoor ze dus klein blijft en waarschijnlijk nooit meer haar normale grote krijgt. Probeer dat dus te voorkomen.

Zorg voor de rest voor voldoende voeding, vers drinkwater en hooi. Deze dingen heeft de moeder altijd nodig. Ook is het goed om melkkorrels te geven. Deze korrels zijn gelige staafjes die de chinchilla’s heerlijk vinden. Het enige probleem is dat deze korrels niet altijd makkelijk te verkrijgen zijn. Probeer het eens via het persoon waar u de chinchilla’s vandaan heeft misschien kan hij of zij er wel aankomen.

Verschillende kleuren
Chinchilla’s zijn in zeer veel verschillende kleuren te verkrijgen. Ik ga ze niet opnoemen hier, want dan krijg je een lijst met namen waar je misschien niet eens bij kan voorstellen hoe ze er uit zien. Kijk voor de kleuren anders eens op: Chinchilla Passion’s Kleurenlijst (http://www.members.lycos.nl/frchinchillas/kleurenlijst.htm).

Voor de rest zal ik u veel plezier toewensen met de jonkies, want voor je het weet zijn ze groot.

Voeding

Ziektes