Voer. Mand. Speeltje. Korting.rondsnuffelen

Sabueso Español

Historie van de Sabueso Español

Waren Brakken van oudsher honden die voor de mens van grote waarde waren, zijn fabelachtige reukvermogen en kwaliteiten in het veld, zorgden voor voldoende voedsel, waardoor in menige wintervoorraad ruimschoots werd voorzien. Echter heden ten dagen met strengere jachtwetten is de Brak het buitenbeentje binnen de kynologie geworden.
De steeds vaker gehoorde mening dat Brakken vanwege hun afwijkende opvatting over gehoorzaamheid niet meer zouden passen in onze vercommercialiseerde samenleving wordt steeds vaker gehoord.
Tosa Inu
Hondenscholen weigeren soms zelfs Brakken te accepteren voor de gehoorzaamheidscursussen omdat de kans bestaat dat deze achter blijven in een puppyklas en daardoor het tempo van de lessen niet bijhouden.
Tosa Inu
Dit is maar ten dele waar, omdat de methodiek die wordt gebruikt vaak niet aansluit bij het karakter van een Brak, en de meeste cursussen zijn gebaseerd op het werken met honden met een grote mate van ‘will to please’. (slaafsheid zou de Brakkenmens zeggen). Deze slaafsheid is Brakken vreemd, en wel omdat de belangrijkste eigenschap van een Brak is, dat hij zelfstandig het werk kan doen, waarvoor hij reeds duizenden jaren geleden werd gefokt n.l. het zo snel en efficiënt mogelijk opsporen van wild. Mensen die dus beweren dat Brakken weglopers zijn, hebben maar ten dele gelijk, want een Brak loopt niet weg, maar doet eerst zijn werk voordat hij bij u terugkomt. Deze karaktereigenschap zit dus in de genen verankerd en maakt de Brak tot zo’n uniek dier.
Wie deze eigenschappen niet weet te waarderen, moet zeker geen Brak aanschaffen, want dan is teleurstelling het geen u ten deel valt. Maar kunt u het opbrengen deze dieren ‘Brakkeneigen’ op te voeden, dan heeft u een kameraad voor het leven, dat gemiddeld zo’n twaalf jaar duurt.
Deze website verschaft informatie over de SABUESO ESPAÑOL een Spaanse Brak. Wereldwijd bestaan er zo’n 200 Brakkenrassen. Sommigen zijn officiëel erkend door de overkoepelende kennelclubs, maar ook velen niet. De Brak is namelijk een gebruikshond gefokt en aangepast door en voor de gebruiker, (de mens), voor het werken in de terreinen van zijn leefgebied. Een inventarisatie maken zou bijna een academische benadering vereisen en dus ontzettend veel tijd in beslag nemen.
Maar waarom dan de SABUESO ESPAÑOL ? Dat zal ik u verklaren. Dit ras is namelijk in staat geweest om eeuwenlang oorlogen, revoluties, epidemiën en menselijke willekeur te overleven zonder daarbij wezenlijk veel te zijn veranderd in zijn exterieur.
Dit ras dankt zijn huidige bestaan voornamelijk aan het vermogen zich aan te passen aan de door de mens of omstandigheden opgelegde wensen.
De Sabueso is in staat geweest om zowel in meutes te jagen, naar Frans model, maar ook als solohond voor de individuele jager. Deze multifunctionaliteit heeft er toe geleid, dat er thans een zeer gezond en sterk ras is ontstaan. En natuurlijke selectie heeft er uiteindelijk toe geleid dat dit ras vrijwel geen ziektes kent die bij zoveel andere rassen een bron van zorg zijn.
Tosa Inu
Ontstaan en geschiedenis.
De Sabueso Español dank zijn naam aan een Keltische volksstam die bekend onder de naam Segusiërs, zich zo’n 600 jaar voor Chr. Vestigden op het Iberisch-schiereiland.
Deze Segusiërs waren zeer bedreven in het jagen met behulp van honden. Zij gebruikten voor hun jacht op groot en grof wild, Windhonden, die het wild op ‘zicht’ bejaagden, en Drijf-en Zweethonden voor het opsporen, achtervolgen en opdrijven van vluchtende of gewonde dieren. Deze Drijf-en Zweethonden zijn de ‘Oerbrakken’, bij ons bekend als de inmiddels uitgestorven ‘Keltische Brak’ , die als de voorouder wordt beschouwd voor een aantal thans nog bestaande Brakkenrassen zoals: de Segusio Italiano, Schweitzer Laufhund, St.Hubertushond, Istrische Brak en Sabueso Español.
In de Spaanse taal is het woord Segusiër verbastert tot Sabueso en is een synoniem geworden voor speuren. Letterlijk vertaald betekend Sabueso Español dus: Spaanse Speurhond.
De geschiedenis van de Sabueso Español dateert van ongeveer het begin van onze jaartelling, maar de eerste geschriften waarin dit dier beschreven staat dateren uit de 14e eeuw.
Koning Alfonso XI, wijd in z’n “El libro de la Monteria”, het boek over de “Kunst van de jacht” in de vroege Middeleeuwen, een hoofdstuk over de Sabueso Iberico, zoals deze hond toen nog genoemd werd, en volgens de beschrijvingen vrijwel overeenkomt met de huidige verschijningsvorm van de Sabueso Español. ‘Een langgerekte stevig gebouwde hond, een vierkante kop en een niet al te spitse snuit, lange hangende gedraaide oren en een met fraaie gekleurde platenpatronen bedekt lijf, van middelmatige grootte. Lyrisch wordt hij bijna als hij de jachtkreet van de Sabueso omschrijft als:
Tosa Inu
“Een fabelachtige communicatie tijdens de jacht tussen hond en voorjager” (einde citaat)
Ook de laat Middeleeuwse auteurs Argote de Molina (1582) en Martinez de Espinar (1644) beschrijven in de “Arte de Ballesteria y Monteria”, het door hen samengestelde monumentale boekwerk over de kunst van het jagen met kruisboog, de Sabueso Español als een ‘zeer veelzijdige hond die in staat is snel en efficiënt gewonde dieren op te sporen’. Ook in dit boekwerk werd nog gesproken over de Sabueso Iberico.
De naam Sabueso Español ontstond pas in de vorige eeuw, waarbij “Patriotische motieven” waarschijnlijk een rol speelden. Maar zeker niet onbelangrijk is het gegeven, dat dit ras in een vrijwel totaal isolement leefde binnen de grenzen van het Iberisch-schiereiland en dus als een volkomen Spaans inheems ras kan worden beschouwd.
Hierdoor komt het dat de Sabueso Español samen met nog zeven andere Spaanse rassen in brons staat vereeuwigd op het Plaza de Santa Ana voor de ingang van de Kathedraal op Las Palmas, één van de Canarische eilanden, de eilandengroep die werden genoemd naar het Latijnse woord Canario, hetgeen ‘Hond’ betekend.
Waar vele oude en historische rassen zich door ‘Oorlogen, Ziektes en Veranderende Jachtwetten’ niet wisten te handhaven en uitstierven, wist de Sabueso Español door zijn veelzijdigheid deze rampen te overleven, maar eenvoudig was dit niet, want, het was toch te danken aan een ervaren fokker, jager en liefhebber; Antonio Mijan eigenaar van de kennel ‘Del Monte Naranco’, dat dit prachtige historische ras behouden bleef voor de huidige kynologie.
Hij (Antonio Mijan), was het die zich omstreeks 1950 is gaan bemoeien met het vernieuwen en versterken van dit buiten Spanje nauwelijks bekende ras. Om dit doel te bereiken, kocht hij van verschillende eigenaren uitsluitend ‘zuiver gefokte Reuen’. Honden waarvan de afstamming onduidelijk was, weigerde hij te gebruiken voor de fokkerij.
Ruim dertig jaar heeft het geduurd, voordat het ras weer het niveau van voor de Burger oorlog bereikte en de rasstandaard door de Spaanse Kennelclub en het FCI (Fédération Cynologique International) werd erkend.
Een aantal jaren voor de officiele erkenning (in1983) werd in in 1977 te Posada de Llanes (Asturias) de Club de Sabueseros de España opgericht. Later werd deze naam gewijzigd in de huidige naam Club del Sabueso Español de España de officiële rasvereniging voor de Sabueso Español.
In het jaar 1980 werd op de Hondententoonstelling van Torrelavega voor het eerst een Sabueso Español gekeurd. En hoewel de vachtkleur wat te bleek was, kon keurmeester Gabriël A. Palacio Villacamp niet anders dan zeer opgetogen reageren over dit verder zeer fraaie exemplaar.
Een grote beloning voor de inspanningen en het doorzettingsvermogen van Antonio Mijan was de Wereldtentoonstelling van Madrid in 1983, (in hetzelfde jaar als de officiële erkenning) waar deze pionier van het eerste uur het genoegen mocht smaken dat één van zijn reuen BIS werd.
Helaas heeft Antonio Mijan daar niet lang van kunnen genieten, nog in dat zelfde jaar maakte een noodlottig verkeersongeval een einde aan het leven van deze grote kynoloog.
Maar de ‘revival’ was ingezet, en een groot aantal liefhebbers en fokkers brachten het ras weer op een acceptabel niveau en vele bekende kynologen in Spanje, maar ook daarbuiten raakten niet alleen gecharmeerd door de veelzijdigheid van deze sublieme werkhond, maar vooral ook zijn fraaie exterieur en adelijke verschijning.
De opvolgers van Antonio Mijan hebben er thans voor gezorgt, dat de Sabueso Español buiten zijn eeuwenlange leefgebied, welke zich uitstrekt van de bergketens van Cantabrië en Asturië, langs de Golf van Biscaye tot Navarra aan de voet van de Pyreneën ook bekend werd in anderen streken van Spanje, waardoor er in gebieden rond de Siërra Nevada ook een populatie is ontstaan, waarvoor vooral verantwoordelijk is; de fokker, dierenarts en zeer toegewijde ex-voorzitter van Club del Sabueso Español, José Carlos Romero Palomo.
Deze fokker heeft er voor gezorgt dat de Sabueso Español nu ook buiten Spanje een bekende verschijning is geworden op tentoonstellingen.
Vanuit de kennel ‘De Siërra Magina’, genoemd naar de streek waar deze kennel is gesitueerd zijn inmiddels al tientallen honden geëxporteerd naar o.a: Mexico, Schotland, Duitsland, Denemarken, Zweden, Finland, België en Nederland, waarbij ons land een uitzondering vormt, omdat ook vanuit andere kennels honden werden geïmporteerd. Om in ons land de bloedlijnen sterk te houden werden honden geïmporteerd uit de ‘Jagerskennel’ ,”De Siërra del Cuerra” van de rasspecialist, fokker en medeoprichter van de rasvereniging; Victor Cotera Noriega uit Llanes, en uit de kennel ‘Del Bojedal’ van dierenarts, fokker, jager en vicepresident van Club del Sabueso Español, Juan Jose Garcia Estevez in Pamplona.
Tosa Inu
Deze beide rasspecialisten en de fokker en medebestuurslid van Club del Sabueso, Guillermo Gonzales Suarez vormen samen het drietal dat verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het ras . Zij vormen de z.g.n. Comisión de Cría ( Fokkerscommissie). Jaarlijks na sluiting van het jachtseizoen als de teefjes gaan werpen, wordt gezamenlijk een tocht ondernomen langs alle kennels, waarbij een strenge selectie plaatsvindt, naar geschikt fokmateriaal voor de officiële fokkers. Pups die na eerste selectie ongeschikt blijken voor de fokkerij krijgen na een jaar opnieuw een kans te worden beoordeeld op raszuiverheid, waarna er alsnog ‘papieren’ kunnen worden aangevraagd. Deze tweede keuring geschied meestal tijdens de jaarlijkse Clubmatch.