Voer. Mand. Speeltje. Korting.rondsnuffelen

Epagneul Français

KARAKTER – EIGENSCHAPPEN -OPVOEDING
De Épagneul Français is flink, moedig, volhardend en enthousiast. Hij wordt gewaardeerd voor de manier waarop hij op ruig terrein opereert. Hij is een drijfhond en is zeer goed in het water. Met een uitstekende reukzin, maar langzamer en met een beperkter bereik dan de Épagneul Breton, jaagt hij in galop of uitgestrekte draf. hij geeft heel nauwkeurig aan en is één van de beste retrievers. Hij is rustig, evenwichtig en intelligent. Hij is zeer gehecht aan zijn baas en vriendelijk tegen kinderen, en daardoor is hij een uitstekende gezelschapshond. Hij heeft een consequente maar zachtaardige opvoeding nodig.

Herkomst
Volgens sommigen ligt de oorsprong bij de beroemde Staande Hond van Oysel of Espainholz. Daaruit vormde zich het woord Epagneul. Anderen beweren dat het ras werd ontwikkeld op de Barbary Kust, vanwaar het naar Spanje trok en daarna naar Frankrijk. Dan zijn er ook nog mensen die beweren dat het ras van Scandinavische afkomst is ( vermoedelijk Deens ). Deze theorie wordt ondersteund door het stichten van de ‘Order of the Elephant’ door Koning Christian I in 1478, ter nagedachtenis aan de Spaniel die ‘Wildbrat’ werd genoemd. Deze theorie veronderstelt dat de Wildbrat de voorvader van het Epagneul type is.

RAS
Continentale Pointers

LAND VAN HERKOMST
Frankrijk

ANDERE NAMEN
Franse Spaniel

Epagneul FrançaisHOOFD
Middelgroot en niet te breed. Tamelijk fijnbesneden. Uitgesproken wenkbrauwbogen. Duidelijke stop. Licht gewelfde neusbrug, iets korter dan de schedel. Bruine neusspiegel. Bovenlip bedekt onderlip niet.

OGEN
Middelgroot, ovaal, donker amberkleurig.

OREN
Goed aangezet, tot de afgeronde einden bedekt met golvend, zijdeachtig haar.

GEWICHT
Ongeveer 25 kg.

LICHAAM
Aan de lange kant. Rechthoekige lichaamsbouw. Licht gewelfde hals zonder keelhuid. Goed ontwikkelde schoft. Brede, ruime borstkas. Brede, korte lendenen. Opgetrokken buiklijn. Horizontale, vlakke rug. Brede, ronde croupe.

LEDEMATEN
Stevige, gespierde benen met flinke botten. Ovale voeten met compacte, gesloten tenen en donkere voetzolen.

STAART
Reikend tot het spronggewricht, hellend of gebogen in een S-vorm gedragen. Met lang, golvend haar bedekt.

VACHT
Lang en golvend op oren, achterkant van de benen, en staart. Vlak, zijdeachtig en dicht op het lichaam, met enige golving achter de hals en op bovenborst. Vlak liggend en fijn op het hoofd.

KLEUR
Wit en bruin met enige vlekken. Soms sterk afgetekend met onregelmatige vlekken en gering tot matig gespikkeld met schimmel. Bruin varieert van kaneelkleurig tot donker leverbruin. Witte bles op het hoofd is gewenst.

SCHOFTHOOGTE
Reuen: 56 tot 61 cm.

Teven: 55 tot 59 cm.