Voer. Mand. Speeltje. Korting.rondsnuffelen

Een tweede hond, of toch maar niet?

“We hebben al een hele tijd een schat van een hond in huis.

Een vrolijk beestje maar als hij een keertje alleen moet zijn, begint hij vreselijk te janken en te huilen.

De buren worden er haast gek van. Als we er nu is een tweede hond bij nemen, dan is de eerste niet meer alleen…”

Dat is een van de voorbeelden die men hoort wanneer er iemand overweegt om een 2e hond te nemen.

Er kunnen tal van redenen zijn om er een tweede hond bij te nemen. U vindt het gewoon fijn om met honden bezig te zijn, of u wilt graag dat de eerste nooit meer eenzaam is.

Voordat u beslist een tweede hond bij te nemen, is het verstandig om de volgende raadgevingen even door de nemen.

Kan er wel een tweede bij?

Heel dikwijls denken mensen aan een tweede hond om probleemgedrag van de eerste ermee weg te werken. Een hond kan niet alleen zijn: zet er een tweede hond bij en hij is toch niet meer alleen.

Dat lijkt voor ons volkomen logisch, maar het klopt niet.

Een hond die niet alleen kan zijn, heeft juist problemen met het vertrek van de baasjes en niet zozeer met het alleen zijn op zich.

Meermaals zien we dat mensen die om deze redenen een tweede hond nemen, nu twee honden hebben die niet meer alleen kunnen zijn. De tweede hond neemt het ongewenste gedrag van de eerste over.

Om welk gedrag het ook gaat, neem enkel een tweede hond als de eerste geen probleemgedrag vertoont. Laat ook voldoende leeftijdsverschil tussen de beide honden.

Geef uzelf de nodige tijd om de eerste hond goed op te voeden.

Is de eerste hond nog te jong en zit hij bijvoorbeeld nog in zijn pubertijd, dan loopt u het risico dat de tweede hond kwajongensstreken van de eerste gaat overnemen. Het kost dan ook veel meer moeite om beide honden een degelijke opvoeding te bezorgen.

Het geslacht van de honden kan ook van belang zijn bij de keuze. Twee honden van verschillend geslacht kunnen natuurlijk voor nageslacht zorgen tenzij één van hen onvruchtbaar is gemaakt.

Kiest u echter voor een zelfde geslacht, dan dient u er op te letten dat er een duidelijk dominantieverschil is. Is de eerste dominant, neem er dan best een onderdanig typetje bij zodat de kans klein is dat er conflicten ontstaan tussen de honden.

Het is vooral belangrijk dat u plaats genoeg aan de honden kunt geven. Natuurlijk kunt u geen twee Duitse doggen in een appartementje houden.

En dan is er nog het laatste en waarschijnlijk wel het belangrijkste punt: hebt u wel voldoende tijd voor meerdere honden?

Men zegt wel eens: “Eén hond is één probleem, twee honden zijn wel honderd problemen.”

Het vraagt veel meer tijd om twee honden op te voeden dan één. De extra tijd die een tweede hond vraagt bij zijn opvoeding, is zeker niet te onderschatten.

Anderzijds: als de eerste hond zeer goed is opgevoed, dan kan deze helpen om de tweede mee op te voeden.

Welke hond zullen we erbij nemen?

Zoek een ras dat qua karakter overeenstemt met uw wensen en dat goed past bij het karakter van de eerste hond. U hoeft natuurlijk niet per se een rashond te nemen.

Een asielhond kan ook heel prettig zijn. Het nadeel van sommige asielhonden is dat u meestal niet weet waarom de hond in een asiel is terechtgekomen.

Misschien was hij wel agressief ten opzichte van andere honden. Dat is dan niet zo interessant.

U kunt ook uw hond zelf een maatje laten kiezen. Klikt het dan onmiddellijk tussen die twee honden dan zal dat later ook wel goed gaan.

Een pup of een volwassen hond?

Een pup zal meestal iets makkelijker zijn dan een volwassen hond. De volwassen honden hebben meestal al vaste gewoontes aangekweekt die ze liever niet veranderen. Soms zijn deze gewoontes niet te combineren in het leven met meerdere honden.

Pups moeten alles nog leren en kunnen, mits ze goed zijn ingeprent, zich goed aanpassen aan elke omgeving. Maar denk niet dat uw oudere hond zomaar een pup zal accepteren omdat hij een pup is.

Honden maken geen onderscheid tussen pups of volwassen dieren. Een indringer is en blijft een indringer, groot of klein.

De eerste kennismaking

Als u een tweede hond bijneemt, dan laat u ze best niet samen los in uw achtertuin. Laat de honden altijd eerst kennis maken met elkaar op een voor de beide honden onbekend terrein.

Hierdoor voorkomen we dat één van beide honden territorium agressie gaat vertonen. Dikwijls zien we dat honden hun domein gaan verdedigen tegen indringers. Zo krijgt de tweede hond meestal geen kans om uw domein te betreden.

Regelmatig gaat een eerste kennismaking gepaard met enkel strubbelingen of soms zelfs een heus gevecht. Bemoei u daar nooit mee. Deze strubbelingen lijken over het algemeen veel erger dan ze in werkelijkheid zijn en stoppen meestal al na enkele tellen.

Zodra de honden van elkaar weten waar hun plaats is binnen de hiërarchie, keert de vrede weer.

Let er vanaf nu op dat u steeds de rangen tussen deze honden respecteert. Trek de hogere steeds voor op de lagere en ga zeker de lagere niet extra beschermen tegen de hogere.

Anders zou u zelf de hiërarchie tussen de honden ondermijnen waardoor er onherroepelijk conflicten ontstaan.

Het is zelfs mogelijk om aan de hogere honden enkele privileges te geven ten opzichte van de lagere.

Is er eens een conflict tussen de honden, bemoei u er dan best niet mee.

De honden zullen op deze manier goed met elkaar leren opschieten en kunnen verder van elkaars aanwezigheid genieten.