Voer. Mand. Speeltje. Korting.rondsnuffelen

Cushing bij honden


Neem bij (een vermoeden van) medische problemen altijd contact op met de dierenarts.

De ziekte van Cushing is een aandoening waarbij er een overproductie plaatsvindt van glucocorticosteroïden (prednison-achtige stoffen). Er wordt dan ook wel gesproken van chronisch hyperadrenocorticisme.

Het belangrijkste natuurlijke glucocorticosteroïd is cortisol.

Glucocorticosteroïden (hierna kortweg aangeduid als cortisol) worden gemaakt in de bijnierschors. De bijnier is een klein orgaantje dat, zoals de naam al doet vermoeden, vlakbij de nier ligt.

De bijnieren worden bij de aanmaak van cortisol gestuurd door een ander orgaantje: de hypofyse. De hypofyse ligt in de hersenen en heeft onder andere als taak op grond van de concentratie cortisol in het bloed stimulerende of remmende signalen af te geven naar de bijnier.

Is de cortisol concentratie in het bloed te laag, dan zal de hypofyse het hormoon ACTH (=adrenocorticotroop hormoon) afgeven waardoor de bijnier gestimuleerd wordt om meer cortisol te gaan produceren.

Een hoge concentratie cortisol in het bloed zal de hypofyse juist afremmen om ACTH af te geven. Dit heet een “feedback systeem”.

Treden er in dit mechanisme fouten op, dan kan dit tot een overproductie van cortisol leiden, waardoor de ziekte van Cushing ontstaat.

Oorzaken Cushing

Er zijn grofweg drie oorzaken aan te duiden waardoor er in deze regulatie fouten kunnen optreden:

  1. De hypofyse produceert teveel ACTH (dit is het geval bij 80-85% van de dieren met de ziekte van Cushing). In de meeste gevallen ontstaat de overproductie van ACTH door een tumor in de hypofyse; zo'n tumor reageert dus ook niet op het hierboven beschreven “feedback systeem”.
  2. De bijnierschors zelf is te actief en produceert teveel cortisol. Meestal is dit ten gevolge van een tumor in de bijnierschors, die cortisol produceert onafhankelijk van de stimulatie door de hypofyse.
  3. Door een langdurige therapie met prednison(achtige stoffen) kan ook het beeld van de ziekte van Cushing ontstaan.

Ziektebeeld

Het ziektebeeld ontstaat doordat de chronisch te hoge cortisol-concentratie een aantal processen in de stofwisseling negatief beïnvloedt.

Zo raakt de suikerstofwisseling gestoord en de eiwitstofwisseling en de opslag van vetten verloopt abnormaal.

Door de immuunsuppressieve eigenschappen van cortisol raakt ook de afweer in het gedrang.

De meest opvallende symptomen die kunnen worden waargenomen zijn:

  • Veel drinken en plassen
  • Sterk toegenomen eetlust
  • Dikke buik Spierzwakte, afnemen van de spiermassa
  • Sloomheid
  • Huid en vachtproblemen (o.a. haaruitval, dunne huid, ontstekingen van de huid, pigmentvlekken)
  • Kortademigheid Gevoelig voor bloeduitstortingen

Bovendien kan er tegelijk met de ziekte van Cushing suikerziekte aanwezig zijn, doordat de hoge cortisol spiegel de werking van insuline tegengaat.

Diagnose Cushing

Om de diagnose te stellen is een test nodig in de urine. Om zowel de diagnose “ziekte van Cushing” te stellen en om uit te vinden of de fout in de hypofyse ligt of in de bijnier zelf (zie boven) moet er gedurende 3 opeenvolgende dagen urine worden opgevangen.

Na de tweede keer urine opgevangen te hebben moeten er (3x daags) tabletten worden ingegeven. De urinemonsters worden in het laboratorium van de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren onderzocht op de zogenaamde cortisol/kreatinine ratio.

Aan de hand van de hoogte van deze ratio en de reactie op de ingegeven tabletten kan worden vastgesteld of er inderdaad sprake is van Cushing en waar de oorzaak ligt.

Voor deze test kunt u bij ons in de kliniek een pakketje krijgen met 3 potjes voor de urine waarop de gegevens van uw huisdier reeds aangegeven zijn, de tabletten, een gebruiksaanwijzing, het reeds ingevulde formulier voor het laboratorium en een kant en klare envelop voor verzending naar het laboratorium van de universiteitskliniek.

De uitslag van de test en de interpretatie ervan krijgt u vanzelfsprekend via de dierenarts te horen. De interpretatie van de test moet echter niet te zwart-wit gezien worden en er moet tevens rekening gehouden worden met het klinische beeld en aanwijzingen in het bloedonderzoek.

Bloedonderzoek kan door middel van de meting van alkalische fosfatase (een leverenzym) en thermoresistent alkalische fosfatase (AF 65º C) ook aanwijzingen opleveren voor de ziekte van Cushing.

Therapie Cushing

Er bestaan behandelingen voor de ziekte van Cushing. Een zogenaamde hypofyse-afhankelijke Cushing (zie boven) kan behandeld worden door middel van een soort chemotherapie.

Het middel heet Lysodren® en het is een middel dat de gehele bijnierschors vernietigd. Zo zal dus de overmaat aan cortisolproductie tegen worden gegaan, echter ook de productie van de zogenaamde mineralocorticoïden (nodig voor de water en zouthuishouding in het lichaam) komt erdoor stil te liggen.

Bovendien heeft het lichaam natuurlijk wel een bepaalde hoeveelheid cortisol nodig, zodat de stoffen die door deze behandeling gaan missen levenslang aangevuld moeten worden.

Als er sprake is van een goedaardige hypofyse tumor is ook een operatie mogelijk. Deze operatie wordt gedaan in de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren.

Na deze operatie moeten er ook levenslang medicijnen gegeven worden om de verloren functies van de hypofyse op te vullen.

Is er sprake van een bijniertumor dan zal de beste optie voor behandeling in het algemeen het chirurgisch verwijderen van de tumor zijn. Helaas is dit niet altijd mogelijk, omdat deze tumoren niet altijd operabel zijn en soms zijn er al uitzaaiingen zodat opereren niet zinvol is.

Over het algemeen reageren deze tumoren niet zo goed op de Lysodren® therapie. Een hypofyse-afhankelijke Cushing heeft dus een wat betere prognose dan een bijnier-afhankelijke Cushing.

U zult begrijpen dat een behandeling van de ziekte van Cushing niet zonder een intensieve begeleiding en controle door de dierenarts zal kunnen plaatsvinden.

Interpretatie cortisol/kreatinine ratio's in de urine

Ratio's eerste twee dagen groter dan 10: ziekte van Cushing.

Ratio van derde dag minimaal 50% lager dan van eerste twee dagen: hypofyse-afhankelijke Cushing.

Ratio van derde dag minder dan 50% lager dan van eerste twee dagen: bijniertumor is mogelijk, doorverwijzing voor echo van de bijnieren en/of andere laboratorium testen is aan te raden.

Ratio's van eerste twee dagen kleiner dan 10, maar ratio van derde dag niet gedaald: toch sterk verdacht van Cushing, meer diagnostiek is nodig (doorverwijzing kan zinvol zijn).


Neem bij (een vermoeden van) medische problemen altijd contact op met de dierenarts.